Onze samenleving verandert in een razend tempo. Het onderwijs kan daarin niet achterblijven. Dus zijn we met z’n allen op zoek. Op zoek naar een antwoord op vragen als: Waar leiden wij onze kinderen toe op? Wat hebben zij nodig in de toekomst? En hoe kan ons onderwijs daar nu op inspelen?
Twintig jaar geleden hadden we nog geen idee welke invloed ons mobieltje op ons leven zou hebben. Of wat de impact van sociale media zou zijn. En hoe belangrijk het zou worden om van ‘nieuws’ te checken of het geen nepnieuws is.
Kinderen krijgen vandaag enorm veel impulsen, worden via diverse media geconfronteerd met maatschappelijke thema’s – of ze nu willen of niet. En ze verwerken informatie op een andere manier, waarbij digitale geletterdheid een grote rol speelt.
Waar we over nog eens twintig jaar staan, is slechts gokken. Op dit moment zijn dertigers en veertigers ondanks de privacy-issues niet zomaar van Facebook af te krijgen, terwijl dit voor basisschoolleerlingen een bejaardensoos is, zoals columnist Sheila Sitalsing in de Volkskrant van 9 april j.l. schreef. En waarschijnlijk is Snapchat over twintig jaar al lang en breed begraven…
Best lastig dus om in te spelen op de toekomst, als we niet weten waar we dan precies zullen staan. Toch kunnen we met een paar grote trends best rekening houden: Nog steeds zorgt de globalisering ervoor dat we meer in contact komen met mensen die anders zijn dan wijzelf. (Denk aan cross-cultural teams die via Google Hangouts met elkaar vergaderen!) En als robots straks een flink deel van ons werk kunnen overnemen, zullen wij ons moeten focussen op juist dÃe kenmerken die ons onderscheiden als mens. Ook vraagt de Nederlandse samenleving steeds meer verantwoordelijkheid van haar burgers. Maar voor een participatiemaatschappij is specifieke kennis, bewustwording en verantwoordelijkheid nodig.
“Als robots straks een flink deel van ons werk kunnen overÂnemen, zullen wij ons moeten focussen op juist dÃe kenmerken die ons onderscheiden als mens.â€
Wat betekenen dergelijke trends voor ons onderwijs?
Een vak als taal zal uiteraard belangrijk blijven, want zonder goede taalvaardigheden kom je in onze samenleving een stuk lastiger mee. Een goede taalvaardigheid is immers ook de sleutel tot goede communiÂcatie, samenwerking en sociale vaardigÂheden zoals empathie. Maar er zijn zo veel meer dingen belangrijk. Denk aan een maatschappelijk bewustzijn en specifieke vaardigheden zoals kritisch leren denken en mediawijsheid. De SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) heeft samen met Kennisnet het model van de 21e-eeuwse vaardigheden gelanceerd om scholen richting te geven. Gelukkig gaat dit model niet alleen over digitale vaardigheden zoals soms gedacht wordt. ProbleemÂoplossend denken, creatieve en culturele vaardigÂheden maken bijvoorbeeld ook deel uit van de schijf van elf. In een wereld die langzaam verhardt, is kennis van elkaars cultuur en levensovertuiging een eerste stap naar meer begrip. Zeker als we ook nog eens met elkaar gaan samenwerken in een wereld waarin grenzen vervagen, wordt dit soort vaardigheden van cruciaal belang.
Laten we eerlijk zijn, eigenlijk zijn sociale vaardigheden en samenwerken gewoon 19e-eeuwse vaardigheden die weer opnieuw vormgegeven moeten worden. Ze zijn niet innovatief, maar krijgen vorm in een andere context. Bovendien worden sociale vaardigheden des te belangrijker in een digitale wereld, waarin steeds meer communicatie indirect verloopt.
De 21e-eeuwse vaardigheden overlappen deels het begrip burgerschapsvorming: Nog zo’n populaire onderwijsterm die om een goede, concrete invulling vraagt.
“Sociale vaardigheden en samenwerken zijn eigenlijk 19e-eeuwse vaardigheden die weer opnieuw uitgevonden moeten worden.â€
Burgerschap laat kinderen kennismaken met begrippen als: grondrechten, mensenrechten, democratie, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijke diversiteit.
Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de invulling ervan. Je zou burgerschapsvorming als een drietrap kunnen zien met drie belangrijke aspecten:
Je ontwikkelt je op persoonlijk vlak door vragen te stellen als: ‘Wie ben ik? Wat is mijn kern?’ Het begint met het stellen van vragen. Het antwoord zal je in de loop van je leven blijven aanscherpen en nuanceren.
De tweede stap is sociale ontwikkeling: Door jezelf beter te leren kennen, leer je anderen te begrijpen. Botsingen met anderen zorgen soms voor onrust, maar ook voor groei. Inzichten in anderen geven je ook meer inzicht in jezelf. Tenslotte ontwikkel je je op maatschappelijk niveau: alleen én in verbinding met anderen ben je onderdeel van een groter geheel, met een eigen plek en daarbij horende verantwoordelijkheden. Dat gaat dus absoluut verder dan het zingen van het volkslied in de klas.
Burgerschap is natuurlijk ook niet nieuw. Maar kennelijk hebben Nederlandse scholen er toch moeite mee. Uit internationaal onderzoek van ICCS (International Civic and Citizenship Education Study) en het Kohnstamm Instituut van begin dit jaar, bleek dat Nederlandse scholen in vergelijking met buitenlandse scholen minder aan burgerschapsvorming doen en dat Nederlandse leerlingen over minder burgerschapscompetenties beschikken dan leeftijdsgenoten in vergelijkbare landen. Ook het belang van burgerschap is groter geworden. Kijk maar naar de wereld waarin we leven. Wat meer eigen verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid zou een hoop ellende schelen. Daarom is het noodzakelijk om hier expliciet en structureel aandacht aan te besteden. Burgerschap is geen nieuw vak, maar een breed aandachtsveld verbonden met diverse bestaande vakken en erkende onderwijsactiviteiten. Als leerkracht heb je een voorbeeldfunctie en kan je allerlei incidenten aangrijpen om een goed gesprek te voeren met je klas. Maar dat is niet genoeg. Structurele aandacht op vaste momenten in de week maakt dat leerlingen op een didactisch onderbouwde manier werken aan een stevige basis.
Wel geeft het meerwaarde als je burgerschap kunt integreren met andere leerdomeinen, zoals sociaal-emotionele ontwikkeling en levensbeschouwing. Of met een bezoekje aan het plaatselijke gemeente- huis, een verzorgingshuis, kerk of moskee. Wat je ook doet, één ding mag niet ontbreken: de aansluiting bij de belevingswereld van de kinderen. Want als zij het belang van leerdomeinen als 21e-eeuwse vaardigheden en burgerschap zelf gaan inzien, hebben we de meeste kans dat deze generatie er wat moois van bakt als zij over twintig jaar aan het roer staat.
2006 was het jaar waarin de kerndoelen PO opnieuw geformuleerd zijn en ook het jaar waarin het verplicht werd gesteld om burgerschapsvorming in het onderwijs te integreren. De SLO meet sinds 2008 diverse methodes op burgerschapscompetenties. Krachtbronnen is dit jaar voor het eerst meegenomen in de analyse en de methode voldoet aan alle eisen die worden gesteld. Best bijzonder als je bedenkt dat dat geen enkele andere methode tot nu toe gelukt is! Verder beslaat Krachtbronnen alle kerndoelen PO Oriëntatie op jezelf en de wereld: 34 t/m 39. Ook is er rekening gehouden met de leerlijnen sociaal- emotionele ontwikkeling en geestelijke stromingen. Tenslotte train je met Krachtbronnen de volgende 21e-eeuwse vaardigheden: communiceren, samenwerken, sociale en culturele vaardigheden, kritisch denken, creatief denken, problemen oplossen, mediawijsheid en zelfregulering.
Tekst: Anke Brokerhof
Bron: Krachtbronnen magazine #1